Healing-opleiding – Dag 2

Ik ben wat eerder op de plek waar we de healing-opleiding krijgen en zit te genieten van een kop cappuccino in de kantine als ik nog een klasgenoot herken van mijn vorige opleiding. Zij kon niet aanwezig zijn op de kennismakingsdag, maar vanaf nu is ze ook onderdeel van onze groep. Terwijl ik met haar aan het kletsen ben over mijn afscheid op mijn werk komt de docent aangelopen en begroet haar hartelijk en hij geeft aan blij te zijn dat ze er weer is. Ik krijg een aai over mijn schouder. Ik weet niet waarom, maar onmiddellijk voel ik me onzeker en geraakt.

Niet snel daarna zitten we weer in ons leslokaal te gronden. Na de grondingoefening gaan we aan de slag met de locatie van ons energetisch lichaam. We zijn erg gauw geneigd om bij dierbare mensen met onze energie naar voren te leunen. Letterlijk naar de persoon toe. Willen we iemand met man en macht helpen dan gaan we naast ons fysieke lichaam, ook met ons energetische lichaam naar voren leunen. Doordat we dat doen, zijn we kwetsbaarder voor andermans emoties en gevoelens en kunnen we die zelfs overnemen. Door te leren energetisch in balans (in het midden) te blijven, kunnen we neutraler iemands problemen, emoties en zorgen aanhoren zonder dat we deze ons eigen maken. We oefenen in eerste instantie dit met de energie van een plant en daarna oefenen we dit met elkaar. Al snel merk ik dat ik erg geneigd ben om inderdaad naar voren te leunen in mijn energetisch lichaam als het dierbare personen betreft. Ik doe het heel erg bij mijn broertjes, ik wil hen altijd heel graag helpen. Ik weet dat het soms beter voor ze is om ze dingen zelf te laten doen. Ik realiseer me des te meer dat als ik energetisch in balans ben, ik sneller onderscheid kan maken wanneer mijn broertjes mijn hulp of alleen een luisterend oor nodig hebben. Op hetzelfde moment besef ik ook dat ik naar voren leun met mijn energetisch lichaam bij mijn moeder omdat ik op zoek ben naar erkenning en waardering. Op het moment dat ik dat niet krijg voel ik me dubbel zo hard geraakt.

BAF,…. Dan wordt in ene duidelijk waarom het mij zo raakte dat ik voorafgaand aan de les onzeker werd toen de docent mij een aai over mijn schouder gaf en mijn vriendin een dikke knuffel. Dat voelde voor mij letterlijk als een keiharde afwijzing. Het voelde alsof ik niet gewaardeerd werd. Ik voelde me niet goed genoeg. Ik begon onmiddellijk aan mezelf te twijfelen; “Heb ik iets verkeerds gedaan?” en “Waarom vindt de docent mij niet aardig?” waren gedachten die gelijk door mijn hoofd schoten. Ik leunde met mijn energetisch lichaam naar de docent toe voor erkenning en die kreeg ik op dat moment niet. Ik zoek met name erkenning en blijk van waardering van mensen die in mijn ogen ergens verstand van hebben. Pas als de docent van de healing-opleiding zegt dat ik dingen juist aanvoel, dan pas geloof ik het. We hebben het hier over gevoel. Wat ik voel kan eigenlijk alleen IK voelen en niemand anders. Waarom geloof ik dat niet, waarom twijfel ik continue aan mezelf? Ik blijf worstelen met deze vraag en als we in de les doorgaan met een meditatie waarin het schoonmaken van onze vorige levens aura centraal staat, gaan mijn hoofd en lichaam in protest.

Op het moment dat we weer onze ogen dicht moeten doen, merk ik dat ik ze open wil houden. Ik heb echt geen zin meer in ‘nog een meditatieoefening’. In mijn hoofd raast het.

“Wat zit ik hier in deze debielenklas te doen? Een beetje aura’s voelen en energetisch leunen naar een f*cking plant? Iedereen die ik dit buiten de opleiding vertel lacht me vierkant uit. Ik lach mezelf vierkant uit. Hoe kan ik ooit bedacht hebben dat dit me zou helpen met het vinden van mijn passie en persoonlijke kracht? Wat the f*ck passie omzetten naar een betaalde baan. Beetje met je armen in de lucht zwaaien onder het mom van ‘ik help iemand met mijn helende energie’.
Rot op met je vorige levens aura, de eerste regressiesessie met Wendy is gewoon oplichting geweest. Ik ben officieel gek. Er worden dingen gewoon in je hoofd gepraat zonder je het merkt. Als de docent me niet mag, wat zit ik hier dan te doen? Hij kan me toch niet helpen als hij dat niet wil.”

Terwijl ik geïrriteerd met mijn armen over elkaar zit en in overweging neem om gewoon de klas uit te lopen, komt de tweede docente aangelopen om me te helpen met mijn meditatie. Ze legt haar linkerhand op mijn rug ter hoogte van mijn hartchakra en ik sluit automatisch mijn ogen. “Wellicht helpt dit” denk ik. Vervolgens wil de docente haar rechterhand op mijn voorhoofdchakra leggen, maar zonder dat ik het zie of haar hand voel draai ik woest mijn hoofd weg. Ik schrik van mijn eigen reactie en de docente fluistert in mijn oor dat de strijd die nu innerlijk gaande is, groei betekend. Ze laat haar hand nog even op mijn hartchakra aan de rugzijde en legt haar andere hand op mijn schouder. Dan loopt ze naar een ander om ook diegene te helpen. De razende gedachten zijn gekalmeerd in mijn hoofd, maar ik voel me duidelijk onrustig als we aan de lunch beginnen.

Tijdens de lunchwandeling bespreek ik mijn onzekerheid met mijn klasgenoot die wel hartelijk begroet werd door de docent . Ik vertel haar dat de begroeting van de docent mij aan het twijfelen bracht, maar dan bevestigd ze mij wat ik ook al geconcludeerd had. Zij vond het ook opmerkelijk hoe de begroeting ging, maar zij dacht ook dat zij hartelijk begroet werd omdat ze er de vorige les niet bij was. De docent was in haar ogen extra blij dat ze vanaf nu er wel bij kon zijn. Mij heeft hij de eerste les al hartelijk begroet. En dat was inderdaad zo. Wel vond ik het fijn om te horen dat zij ook even moest nadenken over wat er die ochtend was gebeurd. “Ik ben dus toch niet gek, dat we met verschillende intentie begroet werden was correct.

Na de lunch beginnen we aan een visualisatieoefening waarbij we ons huis van onder tot boven reinigen van alle oude energie en opvullen met schonen frisse energie. Langzaamaan kom ik weer in de les, totdat we aan de slag moeten met een healing. We moeten een partner zoeken om een healing mee uit te wisselen en omdat we met een oneven aantal zijn, blijf ik over. Je raadt het al. Ik mag een healing uitwisselen met de docent. Ik kijk mijn klasgenoot aan als ik naar hem toe loop. Zij zegt nog: “Het moet zo zijn, kennelijk moet je nog even wat rechtzetten”. Als ik bij de docent sta, biedt hij in ene een verontschuldiging aan. Hij zegt letterlijk: “Ik weet of ik iets gedaan heb, maar als dat zo is dan biedt ik je mijn excuses aan.” Zonder te snikken rolt er een traan over mijn wang. Ik geef aan dat het niet iets is wat hij gedaan heeft. Het gaat meer om hoe ik om ga met dingen.

Ik start met het geven van de healing aan de docent. In het begin ben ik erg onzeker. Het voelde voor mij als een soort examen doen. In het begin van de healing moet ik de docent helpen gronden en hij merkt dat ik afstand houd. Hij geeft aan dat ik dichterbij moet staan. Dan ga ik aan de slag met healingenergie. Weer heb ik last van tintelende armen en kippenvel, maar het werkt de docent is tevreden.
Dan is het de beurt aan de docent om mij een healing te geven, maar voordat hij dat doet overlegt hij met zijn collega wie mij de healing gaat geven en wie de rest van de klas begeleid. Ik merk dat de onzekerheid weer toeslaat. “Zie je wel, de docent wil jou niet healen”. Maar dan gaat hij alsnog de healing bij mij uitvoeren, hij stond erop.

Tijdens de healing is de docent vooral achter me bezig met het schoonmaken van mijn aura aan de achterkant. Als hij uiteindelijk ook mijn hoofd energetisch leegmaakt, merk ik dat ik een heleboel begrenzingen los kan laten. De innerlijke strijd die heel de dag duurt, lost op. Vervolgens wordt mijn energie weer aangevuld. Dit voelt lekker en ontspannend en ik zak dieper in de stoel. Ik merk dat mijn schouder weer opspeelt. De docent gaat verder en richt zich ook op mijn voorhoofdchakra. Ik wil mijn hoofd weer wegtrekken en er rollen weer wat tranen over mijn wangen, maar ik laat het toe.

Als we staan na te praten hebben we het even over mijn donkere wolk die ik steeds linksvoor voel in mijn aura. De docent geeft aan dat hij dat wil weghalen, maar als hij dat doet voelt hij het gelijk terugschieten. Hij geeft aan dat er hele hardnekkige overtuigingen zitten. Het is ook niet van één leven, er zitten meerdere overtuigingen uit meerdere vorige levens vast in die wolk. Het is net een ui die ik laag voor lag moet afpellen. Tot slot zegt de docent dat ik bijzondere helende energie heb. Iedereen heeft een verschillende vorm van helende energie en bij mij is dat ‘healing vanuit compassie en liefde’. Ik krijg mijn eigen donkere wolk en overtuigingen niet weg met mijn harde resultaatgerichte aanpak. Ik moet mezelf met meer compassie en liefde behandelen.
Het doorzettingsvermogen en de resultaatgerichte houding hebben me in het verleden heel ver gebracht, liefde en compassie zullen me nu verder brengen.

Myst

Boek review – Ontdek je passie

Bol.com introduceerde onlangs de nieuwe bibliotheek formule voor e-books met Kobo. Als boekengek, ging ik natuurlijk gelijk even kijken hoe dit werkte en vervolgens stuitte ik op de publicatie Ontdek je Passie van Albert Sonnevelt (1960). Precies waar ik mee bezig ben, dus ik download deze publicatie en start met lezen.

Samenvatting
Hoe ziet je dag eruit wanneer je gepassioneerd opstaat? Dan loop je over van energie, stralen je ogen en weet je direct welke doelen je wil realiseren. Toch lijkt voor veel mensen hun innerlijk vuur gedoofd te zijn. Ze lopen rond met vragen in hun hoofd, zoals: ‘Wat wil ik eigenlijk echt met mijn leven?’ ‘Hoe kan ik mijn dagelijkse sleur doorbreken?’ ‘Waar ben ik nu echt enthousiast over?’ ‘Welke opleiding of baan past bij mij?’ ‘Wat zijn mijn dromen en hoe kan ik ze vervullen?’ In dit boek, Ontdek je Passie, krijg je antwoorden op deze vragen. Met praktische oefeningen, en handige tips hoopt de auteur je op weg te kunnen helpen.

Ontdek je passie - Albert Sonnevelt

Albert Sonnevelt (1960) studeerde psychologie en heeft de afgelopen dertig jaar in zijn praktijk en met Sonnevelt, Opleiders voor Vitaal leven duizenden mensen geïnspireerd tot het ontwikkelen van een gezonde en gelukkige levensstijl. Daarnaast coacht hij leidinggevenden uit het bedrijfsleven op het gebied van stressmanagement en vitaliteit. In 10 korte hoofdstukken behandelt de Albert verschillende thema’s zoals geluk, talenten, obstakels, doelen stellen, het behalen van je doelstellingen en het verwezenlijken van je passie. De belangrijkste voorwaarde voor het vinden van een ware passie, is het belangrijk dat je jezelf goed kent. Deze kennis doe je op door jezelf bepaalde vragen te stellen (zoals wat maakt je blij en wat inspireert je?), maar ook door jezelf te analyseren (wat kun je, wat zijn beperkende gedachten?). De vele oefeningen en checklists door het boek helpen je op weg, met het naar boven halen van cruciale informatie die zal leiden tot het vinden van je passie. Door de heldere indeling in de publicatie kun je deze makkelijk scannen. Sommige adviezen zijn vrij algemeen en ontbreekt het helaas aan heldere voorbeelden waardoor ze in mijn ogen minder goed zijn toe te passen op bepaalde persoonlijke situaties. Ik merk de psychologische inslag van de auteur in deze publicatie, maar mis een persoonlijke noot. Het vinden van je passie gaat echt niet zonder slag of stoot merk ik zelf, en deze reflectie ontbreekt een beetje in deze publicatie. Wel helpen de oefeningen me een beter inzicht geven in de richting waarin ik werkzaam zou willen zijn. Het valt me op dat er vele aandacht wordt besteed aan het feit dat je tijd alleen moet door brengen, want dan gaat je hart spreken. Daarnaast is zelfreflectie belangrijk. Mensen met grote zelfkennis, worden natuurlijke leiders in het gebied waar hun passie ligt doordat hun persoonlijke effectiviteit toeneemt.

Myst

Regressietherapie – sessie 1

Ik bel enkele weken na mijn intakegesprek weer aan bij mijn regressietherapeut Wendy. Bij binnenkomst geeft Wendy aan dat ik vroeg ben en haar net onderbrak bij het harp spelen. Ik zeg dat ze best verder mag spelen, ik luister wel. Ze geeft aan het later af te maken, maar we praten vervolgens verder over muziek. Dat ik vroeger heel graag harp had willen spelen, maar dat niet mocht. Ik vertel letterlijk dat mijn moeder mij vertelde dat ik echt niet met een harp op en neer naar de klas ging fietsen. Dwarsfluit mocht ook niet, want dat deed mijn nichtje Annemieke al en was erg moeilijk. Dus werd het uiteindelijk keyboard. Op een orgel in een kerk leerde ik spelen. Wendy vond het erg typerend, dat ik zo ontmoedigd werd om te kunnen doen wat ik wilde doen. Een  duidelijk voorbeeld waarbij ik stiekem werd afgeleid van mijn pad.

We praten even verder over de beperkende gedachten die ik bij mezelf ervaar. Bij ieder idee kan ik heel snel mezelf ontmoedigen om dat tot uitvoering te brengen. Ik ben lui, geen doorzetter en wie gaat mij nou inhuren als expert? En hoe verdien ik mijn geld daarmee? Zijn de vraagstukken die steeds terugkomen en mij weerhouden om een idee tot uitvoering te brengen. Ik vertel ook dat als ik dan een idee durf uit te spreken, en daar de geringste weerstand op krijg, dat ik dan al gelijk de handdoek in de ring gooi. We ontdekken de zichzelf bijtende slang. Idee weerstand stop met doorzetten
zie je wel ik maak nooit wat af, dus ben geen doorzetter om ideeën uit te voeren…. Dat gaat me dus ook nooit lukken dus bij een volgend idee, stop ik gelijk weer.

Daarnaast geef ik ook aan dat ik last heb van beperkende gedachten bij nieuwe vaardigheden. Niemand gaat mijn expertise gebruiken, want ik heb de ‘specifieke’ opleiding niet gevolgd. Ik kan het niet zo goed als anderen, ik ben niet goed genoeg. Bij het aura’s kunnen zien verwacht ik letterlijk kleuren te kunnen zien als een soort regenboog om mensen heen. Paranormaal zijn is iets totaal onbereikbaars voor mij en daarom verspringt mijn stem. Allemaal beperkende gedachten voor mij die me een in een box houden. Als Wendy vraagt wat er gebeurt als ik uit de box stap, dan antwoord ik dat de boel ontploft (in mijn gedachten verschijnt gelijk het beeld van mijn exploderende vader die boos wordt om iets onbenulligs, iets buiten de box).

Na ruim een uur gekletst te hebben, hebben we twee duidelijke knooppunten op tafel. De ontmoediging in mijn vroege jeugd bij het uitspreken van wat ik daadwerkelijk wil doen, en de beperkende gedachten die mij heel erg binnen kaders houden. Vervolgens bespreken we mijn donkere wolk die ik linksvoor ervaar als ik heel bewust mijn energie in mijn eigen lichaam voel. Ik sluit mijn ogen en Wendy begeleid me langzaam in mijn lichaam terug. We kijken naar de donkere wolk en die voelt zwaar en onprettig. Wendy vraagt wat die wolk met me doet, waar is de wolk mee verbonden? Ik moet me even concentreren, maar dan komt het antwoord vanzelf naar boven. Die wolk houdt me vast in het verleden. Naar iets in mijn jeugd vraagt Wendy? Nee, veel verder terug…. Naar mijn geboorte? Nee/ja/nee, antwoord ik. Het gaat verder terug.
Vervolgens vraagt wendy me om terug te gaan naar het moment waar die wolk er niet was en wat ik dan zie. Er verschijnt een bal, Wendy vraagt nog of ik in een lichaam zit, maar dit is niet het geval. Die bal die ik zie is helderwit, geel en zwart eromheen. Heel duidelijk een hele sterke bal. Wendy legt uit dat dit mijn ziel is, mijn heldere ik. Zo voelt dat ook. Dan moet ik van haar terug naar het moment dat ik besluit om te reïncarneren, waarom besluit ik daartoe? Ik wil weer plezier ervaren en andere mensen helpen dat is mijn reden om te reïncarneren. Vervolgens moet ik van Wendy terug naar het eerste moment dat ik besluit in mijn huidige leven te reïncarneren. Na even denken zie ik een dorp van kleien huisjes en rieten daken. En ik hang er boven en aanschouw het geheel. Mensen leven zonder gereedschap als een gezamenlijke community en ik aanschouw dit tafereel. Wendy moet lachen want ze dacht dat ze mij terugnam naar mijn eigen leven, maar kennelijk wilde mijn ziel dat niet. Het valt mij op dat mijn voeten de aarde niet raken daar, dus kennelijk heeft mijn ziel daar alleen rondgekeken. Vervolgens gaan we door naar een ander moment…. Wendy vraagt me wat ik zie.

Ik zie mijn eigen voeten die de grond raken. Ik loop op blote voeten over het mos door een bos. Ik woon daar, en verzamel dingen. Ik heb allerlei dingetjes in mijn handen en loop terug naar mijn huisje in het bos. Eenmaal thuis leg ik de dingen op een tafel buiten voor mijn huis. De tafel ligt vol met allerlei dingen uit de natuur: stenen, veren, bloemen, mos, schors, takken etc. Er brandt een vuur buiten met daarboven een pot waarin iets pruttelt. Ik maak dingen. Ik voel dat er iets mis is met mijn linkerarm, hij doet het niet naar behoren, ik smeer er iets op dat verlichting geeft. Eerst wordt het koel en daarna vermindert de pijn. Ik help mensen door wonden te maken, realiseer ik me.
Ik loop naar binnen en zie vuur, ik begrijp het niet.

Voordat ik het weet zweef ik boven en zie ik mezelf op de grond liggen.

Ik moet van Wendy terug naar het moment vlak voor ik zweef. Dan moet ik vervolgens hoesten, heel erg hoesten en hap naar lucht terwijl ik gewoon in de behandelkamer bij Wendy op een stoel zit. Het voelt als zware rook en ik krijgt het zuur, mijn borst wordt samengedrukt.

Wendy vraagt wat ik zie als ik zweef, wat is er dan gebeurd?
“Ik weet het niet, ik snap het niet. Er is vuur binnen terwijl ik buiten bezig was. Ik was heel zorgvuldig altijd met vuur binnen, hoe kan daar in ene vuur zijn terwijl ik buiten bezig was?”

Dan vraagt Wendy hoe het vuur is ontstaan.
“Aangestoken, door drie mannen” zeg ik.

Terwijl ik zweef boven mijn lichaam zie ik rechts voor me in de bossen drie mannen staan. Het gaat om een norse oudere man met twee zonen, een volwassen zoon en een veel jongere zoon. Zij hebben het vuur aangestoken en staan te kijken.

Wendy vraagt om te kijken wat die mannen voelen.
Ik zeg onmiddellijk dat de oudere man opgelucht is.

“Waarom opgelucht? “
Omdat ik geen bedreiging meer voor hem ben. Waarom zou ik een bedreiging zijn voor die man? Dat weet ik niet, maar uiteindelijk zie ik dat die man zich bedreigt voelde omdat hij mij niet begrijpt. Ik zie dat zijn jongste zoon een deel van zijn hand mist en ik voel duidelijk dat zijn vader zich daardoor geen man voelt. De oudere man schaamt zich voor zijn zoon, hij houdt van zijn zoon, maar achter zijn rug om praat hij erover in het dorp dat hij liever had dat zijn zoon nooit geboren was. Hij neemt er afstand van, omdat hij zich beschaamd voelt. De jongste zoon weet dit echter niet.

Wendy vraagt of ik ooit direct met die man te maken heb gehad en ik antwoord van niet, maar dat hij wel via andere mensen bij mij gepolst heeft of ik zijn jongste zoon kan maken…. Ik leg aan mensen uit dat ik wonden kan helen, maar niet dingen kan laten groeien. In eerste instantie weet ik niet waarom mensen dat aan mij vragen, maar als ik een keer in het dorp ben om materiële/granen te halen ontmoet ik de jongen. Ik geef hem een appel en glimlach naar m, en als hij de appel aanpakt zie ik dat hij niet compleet is aan zijn hand.

Dan word ik in ene bij mijn linkerarm gegrepen en deze wordt hardhandig achter mijn rug gedraaid. Ik kan niet zien wie dit is, maar ik moet weg. Het dorp uit. Mijn arm wordt hard naar boven op mijn rug geduwd waardoor mijn spier scheurt. Dat is waarom ik eerder zag dat ik zalf op mijn linkerarm smeerde. Ik probeerde mijn pijn te verminderen en de inwendig kapotte spier te ondersteunen met heling.

Wendy vraagt of ik nog kan zien wie dat deed, maar omdat het achter me is zag ik het niet. Ik zie uiteindelijk een groep mensen naar me kijken terwijl ik maar weer terug het bos in loop. Mensen in het dorp zijn niet bang van me, maar ze begrijpen niet helemaal wat ik doe. Ik probeer het zo goed mogelijk uit te leggen, maar ik blijf steken ik kan dingen dichtmaken (wonden, helen) maar niet laten groeien (zoals ledematen laten groeien).

Dan krijg ik het weer zuur, en ik geef aan dat dat opkomt als ik aan de oude man denk. Wendy vraagt bij mezelf na te gaan of dat zure gevoel bij mezelf vandaan komt of de oude man. Onmiddellijk antwoord ik De oude man!
Die man voelde zich echt bedreigt door mij, hij snapt niet waarom ik wel wonden bij andere mensen kan helen, maar niet zijn zoon kan maken. Wat hij niet weet, is dat ik wel weet dat zijn oudste zoon niet klopt in zijn hoofd. De oudste zoon, doet alles wat zijn vader hem opdraagt, en daardoor valt het niemand op dat hij niet helemaal 100% helder is in zijn hoofd. Ik ben de enige die dat weet en ziet.

Dan moet ik in ene giechelen want er kriebelen bloemetjes op mijn hoofd. Ik heb een soort bloemenkrans op mijn hoofd met paarse bloemetjes erin vanuit het bos.

Wendy vraagt of ik nog iets moet afsluiten uit dat leven. Of er nog iets is wat me daar vasthoudt. Ik twijfel even, ik moet nog even bevestigen dat het dus duidelijk niet mijn eigen schuld was dat ik gestikt ben in de rook in mijn huisje. Ik was inderdaad zorgvuldig met vuur en andere mensen hebben het vuur aangestoken in mijn huis waardoor ik stikte in dikke zwarte rook.

Dan vervaagt het beeld langzaam en doe ik mijn ogen weer open in de praktijk van Wendy.

We praten nog even kort na en vertel gelijk mijn twijfels of ik dit allemaal niet door elkaar gehaald heb met een meditatie die ik vroeger gehad heb waarin ik bij hetzelfde huisje terecht kwam en de vrouw ontmoette. Wendy zei dat dit gewoon kan, dat je op meerdere manieren op hetzelfde moment terecht kan komen in tijd bij meditaties/trance/oefeningen etc.

Mijn opdracht voor volgende keer is om alle beperkingen die ik mezelf opleg op te schrijven…. Dat wordt pen en papier bij me houden de komende tijd.

Myst

Healing-opleiding – Dag 1

Een paar dagen na het intakegesprek met mijn regressietherapeut Wendy, heb ik een kennismakingsdag van de healing-opleiding. Het valt me op dat we met een veel grotere groep mensen aanwezig zijn. In plaats van met 4 man, zitten we nu met ruim 14 man in een kring als we een kennismakingsronde doen. Gelukkig herken ik één persoon van mijn vorige opleiding en dat voelt op de een of andere manier vertrouwd.
De dag zou in het teken staan van gronden en uitleg krijgen over en oefenen met healingenergie. Hoe breng je die op gang in jezelf, en hoe pas je het toe (eerst op je zelf en dan op anderen). Daarna zouden we weer even gaan oefenen met het aanvoelen van verschillende aura-lagen en we zouden de dag afsluiten met het energetisch healing van een medecursist.

Als we starten met de grondingsoefening merk ik dat het tempo hoger ligt dan in de eerste opleiding. De meditatie gaat sneller. Ik weet wat er komt waardoor het hele proces van gronden snel verloopt. De laatste dag van de vorige opleiding was in november, dus nu voelt het fijn en lekker om weer goed te gronden en mijn eigen energiehuishouding weer goed in beweging te krijgen.

Vervolgens gaan we werken met healingenergie. We leren dat we een kanaal kunnen zijn om helende energie door te sturen zonder daar wat van onze eigen energie aan kwijt te raken. De docent vraagt ons een healingsymbool voor te stellen. Bij mij is het snel duidelijk dat het symbool een triquetra is. Vervolgens brengen we dit symbool in actie en gaat de healingenergie aan. Als deze healingenergie aan staat en gaat stromen voel ik een duidelijke tintelende stroming lopen vanuit mijn hart, naar mijn schouders door mijn armen en via mijn handpalmen naar buiten. Ik voel letterlijk iets door mijn handpalmen naar buiten komen. Op hetzelfde moment dat mijn healingenergie stroomt, voel ik ook continue kippenvel over mijn armen en rug en beginnen mijn armen soms oncontroleerbaar te schokken. Ik merk dat ik de enige ben die daar last van heeft en vraag aan de docent wat ik daaraan kan doen, want het is een beetje ongemakkelijk. De docent legt uit dat het continue kippenvel op mijn armen en rug weleens de aanwezigheid kunnen zijn van een gids en dat ik die gids gewoon kan vragen iets meer afstand van mij te nemen. In gedachten doe ik dat. Ik bedank de aanwezigheid van mijn gids en vraag hem om iets minder aanwezig te zijn. Prompt begint het kippenvel af te nemen en wordt het schokken van mijn armen beduidend minder terwijl ik de healingenergie nog duidelijk voel stromen.

We beginnen als eerste met het schoonmaken van onze eigen auralichamen en chakra’s. We vegen als het ware met de healingenergie alle oude, vastzittende, niet-bij-ons-horende energie uit ons systeem de aarde in. Ook de verschillende chakra’s maken we schoon en brengen we weer in balans. Als alle plekken in mijn aura’s schoon en leeg zijn vullen we die weer op met onze eigen energie.

Dit hele proces sta ik in mijn hoofd een discussie te voeren. “Voel ik dit nou echt? Lucht het nou op als ik energie van anderen weg veeg? Voel ik dat nou goed?” Af en toe kijk ik om me heen en zie ik dat ik niet als enige debiel in de lucht sta te gebaren met mijn handen. Iedereen maakt veeg-bewegingen en is heel erg geconcentreerd met zichzelf bezig. Sommige mensen voelen zich inderdaad ook echt opgelucht als we erover praten. Anderen zijn emotioneel omdat ze merken dat veel van hun eigen energie vastzit in situaties of de energie van andere personen bij hen kleeft. Ik voelde me beduidend opgelucht, alsof ik een grote voorjaarsschoonmaak in mijn eigen lijf heb gehouden in plaats van in mijn huis. Ik voel dat ik meer ruimte om me heen heb en me wat stabieler voel in mijn eigen emoties. Kennelijk pak ik makkelijk energie en dus emoties over van andere mensen en blijven die ongewild plakken. Zo’n healingschoonmaak helpt dus daarbij. De twijfels over wat ik sta te doen worden iets minder als ook andere mensen vertellen over hun ervaringen.

Aan het einde van de dag leren we een healing te geven aan een medecursist. Ik neem als eerste plaats in de stoel om een healing te ontvangen. Tijdens het schoonmaken van mijn vierde chakra voel ik me duizelig worden. De docent ziet dat en neemt het schoonmaken even over van mijn medecursist. Aangezien ik met ogen dicht zat, kon ik niet zien wat de docent achter me aan het uitvoeren was. Maar in ene voel ik “iets” vanuit links bij mijn hart zo naar voren mijn lichaam uitschieten”. De docent vraagt aan me hoe het gaat en ik beken dat mijn misselijkheid over is en ik me lichter voel. “Dat was de bedoeling lacht de docent en mijn medecursist neemt het schoonmaken weer over.” Waarschijnlijk zat er iets vast in mijn hartchakra dat de docent heeft losgemaakt en verwijderd waardoor ik me een stuk beter voelde. Wat dat was, weet ik tot op de dag van vandaag niet.
De healing voelde heerlijk aan en je kan er zelfs een beetje slaperig van worden. Zodra mijn healing klaar is, wisselen we de rollen om en voer ik een healing uit bij mijn medecursist die het heerlijk vond.

Bij de afsluiting verteld de docent dat we deze dat behoorlijk wat energie in beweging gebracht hebben en dat we daar de komende tijd nog wel wat van kunnen voelen. Als we bijvoorbeeld wat extra moe  of prikkelbaar zijn dan kan dat door deze lesdag komen. Hij geeft aan dat we kunnen bellen als het uit de hand loopt, maar dat niet verwacht als we op tijd onze rust pakken. De grote groep neemt afscheid van elkaar en enkele weken later komen de mensen die de healing-opleiding echt gaan (zoals ik) doen weer bij elkaar voor een tweede lesdag.

Myst

Random Weird Facts

Aangezien ik geen foto’s plaats van mezelf (zo interessant ben ik echt niet), leek het me wel leuk om wat random eigenaardigheden van mij bloot te geven. Wellicht krijg je dan een iets beter beeld van mij in je hoofd.
Laat je verbeeldingskracht in ieder geval maar spreken!
(Tip: ik ben in ieder geval niet blond en heb geen bruine ogen)

Houtstokjes
Ik kan niet kauwen op houten ijsstokjes. Vaak zie je mensen die na het eten van een waterijsje nog even blijven knabbelen op zo’n ijsstokje. Ik krijg al rillingen over mijn rug als ik er alleen maar aan denk. Iedere keer weer.
De haren op mijn armen staan zelfs al overeind terwijl ik dit typ. Vreselijk…. Ik kan het ook niet aanzien zonder kippenvel te krijgen. Mensen… kauw gewoon niet op houten ijsstokjes bij mij in de buurt, alsjeblieft?

Hechtingen
Het voordeel van een arts als vader is dat hij ook degene is die bij verwondingen de hechtingen plaatst. Zo heb ik op mijn scheenbeen 10 hechtingen zitten waarvan er vijf door mijn vader gezet zijn.

Ik kreeg rond de leeftijd van 10 jaar een skiongeluk waarbij een ski een mooie snee maakte in mijn rechterscheenbeen. We waren in Oostenrijk toen dit gebeurde en mijn vader was degene die stampij maakte op de Eerste Hulp in het ziekenhuis omdat hij zelf de hechtingen wilde plaatsen in mijn been om er zeker van te zijn dat de wond mooi zou genezen. De artsen konden natuurlijk niet toestaan dat mijn vader mijn wond ging hechten, aangezien hij niet met papieren kon bewijzen dat hij arts was. Daarnaast is het zeker niet gebruikelijk dat artsen hun eigen kinderen behandelen. Dus de eerste vijf hechtingen zijn (onder nauw toezicht van mijn vader, dat dan wel) door de artsen in Oostenrijk gezet.
Eenmaal terug in Nederland mochten na 10 dagen de hechtingen eruit. Opgelucht dat alle hechtingen eruit waren, ging ik mee met een verjaardagsfeestje naar de bioscoop. Helaas zat ik achterin de zaal en aangezien ik nooit erg lang ben geweest, klom ik op de rugleuning van de stoel om de film beter te kunnen zien (we zaten op de laatste rij). Bij het opklappen van de zitting schiet mijn been tussen de zitting en de rugleuning naar beneden en ik voel onmiddellijk dat de wond op mijn scheenbeen weer open is. Eenmaal in het ziekenhuis waar mijn vader werkt, kijkt hij me zuchtend aan en vraagt hoe ik er in godsnaam bij kom om op een rugleuning van een bioscoopstoel te klimmen.
“Tja,… ik wilde gewoon de film zien” antwoordde ik.
De wond is nooit meer mooi genezen, maar desondanks is het een zichtbaar en ook dierbaar aandenken aan mijn vader als arts.

Ezelsoren…. NEE!
Ik kan er niet tegen als je een boek uitleent dat je dat vervolgens terugkrijgt met ezelsoren erin. Dat voelt voor mij alsof het boek mishandelt is geweest. Nee, als ik een boek lees dan onthoud ik gewoon waar ik gebleven ben of ik stop er een boekenlegger tussen. Zelfs op mijn e-reader maak ik geen ezelsoortjes. Dat kan namelijk ook digitaal, ja echt! Nee, ik vertrouw er gewoon op dat mijn e-reader gewoon het boek opent waar ik het laatst gebleven was of ik onthoud het paginanummer.

Knuffelbeesten
Ik ben dan wel bijna 38 jaar oud, maar mijn liefde voor knuffelbeesten is nog steeds aanwezig. Nee, ik ben niet zo iemand die een kamer vol knuffelbeesten heeft, maar er liggen wel drie knuffelbeesten in mijn nachtkastje die mij heel dierbaar zijn. Ten eerste mijn knuffel die ik vanaf baby af aan bij me gehad heb. Die knuffel (een konijn) valt bijna in stukken uit elkaar. Weg doen omdat hij half vergaan is? Dat nooit!
Dan heb ik ook nog een knuffel die ik van mijn vader heb gekregen toen mijn moeder in het ziekenhuis lag met een blindedarmontsteking. We waren voor de eerste keer alleen met mijn vader op stap naar een dierentuin en daar mochten mijn broertjes en ik ieder een knuffel uitzoeken. Dat werd een dolfijn en die ligt na ruim 20 jaar ook nog steeds in mijn nachtkastje.
De derde knuffel is een beer die ik van mijn man heb gekregen toen we op vakantie waren in Duitsland. Mijn man heeft helemaal niks met knuffelbeesten en daarom is die beer die hij speciaal voor mij kocht zo bijzonder. Hij deed dat echt uit liefde voor mij. Gelukkig hebben we nu samen een zoon en die is (gelukkig voor mij) ook gek van knuffelbeesten. Zo kan ik een klein beetje van mijn liefde voor knuffelbeesten aan hem doorgeven.

Logaritmen
Tot slot ben ik altijd degene die een logaritme of reeks ontdekt in mobiele telefoonnummers van mensen. Op de één of andere manier zijn het voor mij ezelsbruggetjes om makkelijk nummers te onthouden. Ik hoef geen moeite te doen om ze te bedenken, ik spot de logaritme of reeks gewoon snel en dan hoef ik een telefoonnummer niet meer uit mijn hoofd te leren, het zit er dan gewoon in.

Myst

,

Intake Regressietherapie – Deel 2

Mijn ouders
Als mijn regressietherapeut Wendy me vraagt hoe ik mijn eigen ouders heb ervaren in mijn jeugd, begin ik als eerste te vertellen over mijn vader.

Ik start met de onverwachte dood van mijn vader en dat dit veroorzaakt werd door een afgescheurde aorta. Wendy haakt hier even op in en verteld dat zij een boek heeft gelezen over gemoedstoestanden van mensen en hoe ziektes daarmee samenhangen. Dan vertelt ze mij dat er letterlijk in het boek vermeld staat dat inflexibiliteit van hart en bloedvaten kan ontstaan door een rigide opvoeding. Deze informatie bezorgt me kippenvel. Ik vertel dat ik na zijn dood abrupt gestopt ben met mijn spirituele pad omdat ik niet geconfronteerd wilde worden met de niet-stoffelijke energie van mijn vader. Wendy merkt op dat hier angst bij mij zit. En als ik het woord paranormaal laat vallen, valt het haar op dat mijn stem zelfs overslaat.

Dan ga ik verder en vertel dat mijn vader een echte arts was, ’s ochtends vroeg weg, ’s avonds laat thuis. Hij had echt een hart voor de patiënt en een hekel aan de bureaucratie in ziekenhuizen. Mijn vader hielp graag kennissen en familie met zijn kennis. Een ander aspect daarvan was dat hij vaak zijn werk letterlijk mee naar huis nam. Mijn vader was trauma-chirurg en gespecialiseerd proctoloog. Als mijn vader het leven van een kind verloor op de operatietafel (omdat het kind was aangereden), nam hij zijn frustraties mee naar huis. Mijn vader kon dan extreem boos worden als mijn licht niet aanstond op mijn fietsje als ik in schemer in de tuin aan het spelen was. Als kind kon ik deze uitbarstingen niet goed plaatsen ondanks ik er onder gebukt ging of ze aanvoelde komen. Nu begrijp ik dat het de angst was om mij te verliezen net zoals hij dat kind verloor op de operatietafel. Ook hier haakt Wendy even op in dat met name trauma artsen energie mee kunnen nemen van overleden personen en dat het zeer waarschijnlijk is dat ik dit als kind opgepikt heb. Op het moment dat Wendy dit zegt, voelt het alsof er een puzzelstuk in mijn hoofd op zijn plek valt. Ik weet niet waarom, maar ik voel me opgelucht dat ze deze informatie met me deelt. Vervolgens vertel ik dat mijn vader het liefste op een andere manier met zijn handen bezig was. Hij was zendamateur en gek van modelvliegtuigbouw. Als hij aan het knutselen was aan één van zijn vliegtuigen hadden we de bijzonderste gesprekken. Mijn vader vroeg ik altijd om hulp bij de zakelijke dingen in het leven zoals mijn scriptie en situaties in en rond mijn werk.

Mijn moeder heeft verpleegkunde gestudeerd en is tandartsassistente geweest. Toen ze 21 was, trouwde ze met mijn vader en twee jaar later ben ik geboren. Nadat ik geboren was, is mijn moeder gestopt met werken en heeft daarna ook nooit meer gewerkt. Al mijn neven en nichten vinden mijn moeder de gekke, impulsieve en leuke tante. Ik vond het echter irritant als kind. Na de dood van mijn vader heeft mijn moeder heel lang het verdriet niet kunnen verwerken. Omdat mijn moeder de dood van mijn vader niet onder controle had, probeerde ze haar kinderen op een dwingende manier onder controle te houden. Aangezien we volwassen zijn en onze eigen weg gingen, resulteerde dit niet altijd in een bevredigend resultaat voor haar en werden we onderling tegen elkaar uitgespeeld.
Mijn oudste broertje heeft altijd een bijzondere plek in het hart van mijn moeder, wat hij was erbij op het moment dat mijn vader stierf en heeft hem geprobeerd te reanimeren. Mijn jongste broertje speel de benjaminrol met verve. Hij krijgt alles voor elkaar en als kind kwam hij overal mee weg. Mijn moeder probeerde ons altijd te stimuleren door ons uit te dagen. Als we een 9 hadden gehaald, vroeg ze altijd waarom het geen 10 was.
Wendy vraagt naar de identiteit van mijn moeder, maar ik heb moeite om die te geven. Ik vertel dat ik het idee heb dat haar identiteit een beetje verloren is gegaan toen mijn vader overleed. Ze heeft geen echte hobby’s, passie of werk waar ze mee bezig is. Wendy geeft aan dat ze moeite heeft om een goed beeld te vormen van mijn moeder, en ik geef aan dat ik dat ook lastig vind om te verwoorden.

Wat wel naar boven kwam na de dood van mijn vader is het feit dat de relatie tussen mijn ouders een bijna een exacte kopie bleek te zijn van de relatie tussen mijn overgrootouders aan mijn vaders kant. De rolverdeling en het manipuleren van de kinderen heeft in mijn opvoeding ook een rol gespeeld. Terwijl mijn vader en moeder de relatie van mijn vaders ouders veroordeelden, deden ze precies hetzelfde met hun eigen kinderen.

Mijn jeugd
Dan vraagt Wendy om iets over mijn eigen jeugd te vertellen. Haar eerste vraag luidt letterlijk: hoe is je geboorte gegaan? (Vaak kunnen traumatische geboortes van invloed zijn in je onbewuste) Ik geef aan dat ik er in drie vloeken en een zucht ter wereld ben gekomen. Geen complicaties, niks.
Het eerste wat ik me kon herinneren van mijn jeugd was toen ik tussen 4 en 6 jaar oud was. Ik had hele levendige dromen waarin ik rond kon vliegen. Die dromen kwamen regelmatig terug en op een avond besloot ik om het vliegen zelf te testen. Ik zie mezelf nog bovenaan de trap staan en tot drie tellen. Dan spring ik het trapgat in…… en na wat gedonder lig ik dus beneden onderaan de trap met een gebroken arm….
Van de val, de gebroken arm en het feit dat mijn vader mijn arm rechtgezet heeft in het ziekenhuis weet ik niks meer. Maar de dromen, die staan me nog super helder voor de geest. Wendy moet lachen om dit verhaal en verteld dat kinderen hele spirituele wezens zijn omdat ze nog zo open staan voor alles. Mijn dromen waren waarschijnlijk soort van uittredingen waardoor ik ze zo levendig ervaarde. Ook met deze opmerking valt er een puzzelstuk op zijn plek. Ik vertel ook dat ik als kind vaak in het donker naar het plafond aan het staren was en tv-ruis ervaar. Ik zie kleine zwart/wit bolletjes trillen. Nu zie ik dat niet meer zo helder, tenzij ik in ontspannen toestand naar het plafond ga zitten staren. Rond de leeftijd van 6-8 had ik twee onzichtbare vriendjes genaamd Bugs en Bunny. Die twee vriendjes waren levensecht, en er was er altijd één van de twee jaloers. Speelde ik met Bugs, dan was Bunny jaloers en omgekeerd.

Ik vertel dat ik diverse beroepentesten gedaan heb waaruit ALTIJD naar voren kan dat ik óf manager/leidinggevende óf arts moest worden. Ook is er altijd naar boven gekomen dat ik intuïtief sterk ben. Ik heb al heel lang geen idee wat ik het allerliefste zou willen doen. Het valt me op dat ik heel erg mezelf beperk in mijn denken. Ik denk heel snel van mezelf at ik dingen niet zou kunnen of goed kan voltooien. Ik ben met name Beta gericht, waarbij biologie en genezing altijd wel mijn interesse getrokken heeft. Ik voel me thuis in ziekenhuizen (mijn hele familie heeft een medische achtergrond bijna).
Ik ben spiritueel bezig geweest in het verleden. Ik heb een paranormale chat begeleid en heb mezelf ooit bevangen gevoeld door andermans energie waardoor ik na de dood van mijn vader daar nooit meer mee te maken wilde hebben. Ik ben een half jaar na de dood van mijn vader gaan werken voor de kleine uitgeverij, en dat werk was eigenlijk onder mijn niveau, ondersteunend en niet uitdagend in een voor mij niet open omgeving. Ik kan erg slecht tegen mensen die niet zichzelf zijn. Ik ben zelf wel duidelijk, open en oprecht. Mensen ervaren mij als recht door zee en dat kan soms confronterend zijn.
Dan wil ik nog vermelden dat ik al heel mijn leven een naar gevoel krijg in mijn onderbuik als ik een kerk in ga. Als ik daar niet voor een begrafenis of bruiloft aanwezig moet zijn, ren ik het liefst zo snel mogelijk weer naar buiten. Ik krijg letterlijk het gevoel dat mijn leven ervan af hangt. Dit gevoel komt niet door mijn ouders of een nare ervaring in mijn jeugd. Mijn ouders zijn niet gelovig en hebben ons open opgevoed. Maar ik voel gewoon dat aan een kruis dat in een ziekenhuiskamer hangt energie kleeft. Heb ik met objecten vanuit het geloof altijd. Vervolgens vertel ik van de pijn in mijn linkerschouder en de connectie van mijn moeder en mijn ervaring in de Intuïtie en Persoonlijke Kracht Opleiding waarbij mijn innerlijke kind niet gehoord wordt als ze probeert aan te geven wat ze op een bepaald moment ziet.

Na bijna twee uur gepraat te hebben, trekt Wendy een paar conclusies:
• Er vindt duidelijk herhaling van geschiedenis plaats in mijn familie. Dat geldt voor de manipulatie en beheersing door angst.
• Ook is er vaak een veroordeling over anderen, terwijl de betrokken persoon vervolgens precies hetzelfde ook doet.

Wendy heeft er vertrouwen in dat we met een paar sessies de kern van het probleem gevonden hebben en geeft me de opdracht mee om na te denken waarom en sinds wanneer ik mijn hart niet meer kan horen.
We plannen een maand later de eerste regressietherapie in.

Myst

,

Intake Regressietherapie – Deel 1

Op 11 januari 2017 had ik mijn intakegesprek met Wendy. Voorafgaand aan dat gesprek moest ik mijn geboortegegevens doorgeven. Wendy maakt namelijk gebruik van een uitgebreide geboortehoroscoop om dieper inzicht te krijgen in je karakterstructuur en eventuele knelpunten die in je horoscoop aanwezig zijn.
Ik had geen idee wat ik in het intakegesprek kon verwachten dus enigszins zenuwachtig belde ik aan.

Wendy werkt vanuit huis en ze was precies zoals ik me had voorgesteld. Een warme, zeer vriendelijke open vrouw met een leuke speelse kant. Het feit dat Wendy afgestudeerd is in de psychologie en zich daarna verdiept heeft in regressie- en reïncarnatietherapie gaf mij het vertrouwen in haar kundigheid. Het belangrijkste argument echter om Wendy te benaderen, was haar kennis en ervaring met spiritualiteit. Eenmaal in haar behandelkamer, werd de link met spiritualiteit gelijk duidelijk voor me. Omgeven door edelstenen, wierook, boeken en kaarsen voelde ik me gelijk op mijn gemak om vrij te praten over spirituele zaken die door andere als zweverig worden beschouwd. Wendy legt kort uit wat regressietherapie inhoudt en waarom zij het van belang vindt om ook naar de geboortehoroscoop te kijken van iemand in relatie tot het vraagstuk waarvoor zij ingeschakeld wordt. Dan begint ze te vertellen over mijn geboortehoroscoop.

Mijn geboortehoroscoop
Ik ben geboren op 2 april en overduidelijk een Ram in mijn doen en laten, dat was Wendy al direct opgevallen bij mijn binnenkomst. Mijn ascendant is Leeuw. Je ascendant zegt iets over hoe je overkomt op andere mensen. Wanneer Leeuw als ascendant hebt, kom je zelfbewust, zelfverzekerd over en maak je een waardige indruk. Je hebt een aangeboren autoriteit en een flinke portie optimisme, creativiteit en energie. Je houdt ervan om de leiding te hebben en zaken groots aan te pakken. Dit alles klopt als een bus en dan verteld Wendy me dat in mijn geboortehoroscoop drie belangrijke planeten in het teken Vissen staan (Mercurius, Mars en Venus). Vissen zijn heel erg gevoelig. Gevoeligheid is een eigenschap die je niet snel zal koppelen aan het sterrenbeeld Ram en daarom is het bijzonder dat er drie belangrijke planeten tijdens mijn geboorte in dit teken stonden. De invloed van de drie planeten in vissen is volgens Wendy terug te vinden in het feit dat ik een enorme verbeeldingskracht heb, creatief ben, mijn intuïtie sterk is en ik mezelf makkelijk wegcijfer ten koste van anderen.

Ik val bijna uit mijn stoel op dat moment…. Kennelijk staat zelfs in mijn horoscoop vast dat ik intuïtief sterk ben, kan ik er dan nog omheen???? Ook de verbeeldingskracht bevestigt dat ik altijd denk in plaatjes. Ik moet echt een beeld hebben van een iets om het te kunnen begrijpen.

Dan zegt Wendy: “Jij bent iemand die voor zichzelf moet werken, en dat kan zelfs iets zijn wat nog niemand doet of uitgevonden heeft. Je bent een leider, een trekker en neemt graag mensen mee. Ik begrijp wel dat je in een ondersteunende baan overspannen bent geraakt. Totaal geen ruimte voor jouw natuurlijk leiderschap…..”
Deze opmerking voelt als een enorme bevestiging van wat ik altijd in mijn functioneringsgesprekken zei tegen mijn werkgever. “Ik ben geen ondersteuner,…”

Wendy verteld ook nog even over nog een opvallende kleine planeet genaamd Cheiron (Cheiron betekend: de gekwelde leraar, ik kan andere mensen goed helpen met een probleem als ik hetzelfde eerst zelf doorgemaakt heb)
Deze planeet geeft aan waar andere mensen vinden dat jouw talent verscholen ligt zonder dat je dat zelf in de gaten hebt. Je blinde vlek als het ware. Bij mij stond deze in het teken van de Stier. Stier is het teken van geld en bronnen en duidt op talenten en mogelijkheden om dingen te bezitten. Als hier mijn verborgen talent in verscholen ligt, dan moet ik dit in gedachten houden.

Familiegeschiedenis
Vervolgens wil Wendy mijn familiegeschiedenis bespreken omdat patronen in de geschiedenis zich herhalen en enorm van invloed kunnen zijn op mijn vraagstuk waarom het voor mezelf nog steeds niet duidelijk is wat ik het allerliefste zou willen doen.

We beginnen met mijn vaders kant. Mijn vader is strikt katholiek opgevoed, maar zoals ik het noem met een B-kant van de bijbel. Discriminatie en manipulatie waren de twee kernwoorden die omhoog komen als ik over hen sprak.
Mensen met een ander geloof of achtergrond werden door mijn grootouders niet geaccepteerd. De vrouw van de broer van mijn vader was joods, maar die is nooit geaccepteerd door mijn oma. Desondanks dat, was het dezelfde joodse tante die tot op het laatst heel veel voor mijn oma gezorgd en geregeld heeft ondanks dat ze nooit de goedkeuring of acceptatie van mijn oma kreeg. Zo diep zat die discriminatie in mijn grootmoeder.
Kinderen onderling werden tegen elkaar uitgespeeld of tegen elkaar opgezet. Er werd van de heren (mijn vader had 1 broer en 2 zussen) in de familie verwacht dat ze geneeskunde gingen studeren, want dat had aanzien. Ook speelde angst een belangrijke rol in het leven van mijn vader. Zo mocht hij niet buiten voetballen in verband met mogelijke blessures. Ook mocht mijn vader niet knikkeren, want in knikkers kon je stikken en zo voorts….
De relatie tussen mijn oma en opa aan mijn vaders kant had een traditionele verdeling. Mijn opa was cardioloog en had aanzien in de maatschappij zoals gebruikelijk was in die tijd. Mijn oma maakte daar dankbaar gebruik van door perfect de rol aan te nemen: “De vrouw van,…”. Mijn oma gaf het geld dat mijn opa verdiende om alles te kunnen kopen wat in haar macht lag. Duidelijk geval van status verwerven door een rijkdom aan bezittingen op te bouwen. Mijn opa aan vaderskant had een iets speelser karakter, maar mijn oma was een strenge rigide vrouw. Mijn vader had een afstandelijke relatie met zijn ouders waardoor we er niet vaak naar toe gingen. Een band met de ouders van mijn vader heb ik nooit echt gehad.

Dan bespreken we mijn grootouders aan mijn moeders kant. Mijn opa bedroog mijn oma met meerdere vrouwen en het was uiteindelijk hun oudste zoon die het genoeg vond en mijn opa het huis uitzette. (Helaas heeft deze oudste zoon zijn eigen vrouw enkele decennia later ook meerdere malen bedrogen.)
Opa was zo lief om voor ons kleinkinderen een spaarrekening te openen waar hij tot onze 18de verjaardag iedere verjaardag geld op stortte. Als we 18 jaar oud waren mochten we het geld gebruiken, maar dan alleen voor onze culturele opvoeding (wat als een soort dwang voelde)
Mijn oma was een hele lieve, zachtaardige vrouw die moeite had om voor zichzelf op te komen. Het is mijn allerliefste oma en ik heb haar kennis van de natuur en verhalen van de tweede wereldoorlog altijd fascinerend gevonden. Bij haar heb ik nooit het gevoel gehad dat ze mensen beoordeeld of afrekende op hun afkomst, opleidingsniveau of geloof. Ze hield van reizen en puzzelen en had een enorme wijsheid. Helaas is na de dood van mijn oma, is er een familievete ontstaan over haar erfenis. Continue werden waarheden verdraaid en manipulatieve spelletjes gespeeld, die mijn moeder van haar oudste broer vervreemde.

Dan wil Wendy in gaan op mijn eigen opvoeding en vraagt hoe ik mijn vader en moeder in mijn jeugd ervaren heb.

To be continued…

Myst

, ,

Boek review – Children’s Past Lives

Na het lezen van de Engelstalige publicatie Children Who Have Lived Before – Reincarnation Today van Trutz Hardo bestel ik de publicatie van Carol Bowman – Children Past Lives. Carol Bowman is de moeder van de kleine Chase wiens case ook werd besproken in de eerste publicatie en mij kippenvel bezorgde. Carol beschrijft in haar eerste publicatie hoe zij van een huismoeder specialist werd op het gebied van vorige levens bij kinderen. Lees meer

,

Boek review – Intuïtieve ontwikkeling

Intuïtieve ontwikkeling van Linda Keen is hèt boek wat mij 14 jaar geleden een zeer bijzondere droom opleverde (lees hier mijn droom van destijds). Ik durfde toen niet verder te lezen. Al die jaren heeft dit boek in mijn kast gestaan en toen ik net begon aan mijn Intuïtie en Persoonlijke Kracht Opleiding begon waagde ik het erop. Ik las het opnieuw.

Samenvatting
Linda Keen beschrijft de spirituele opleiding die ze heeft genoten en geeft een helder beeld van wat intuïtieve vermogens kunnen betekenen in het dagelijkse leven.
Het ontwikkelen van je intuïtieve vermogens behoort tot de mogelijkheden van iedereen en dat probeert de schrijfster wel duidelijk te maken door het delen van haar eigen twijfels aan het begin van haar opleiding. Intuïtieve Ontwikkeling bevat twee delen. Het eerste deel beschrijft de ervaringen van Linda Keen zelf in haar spirituele opleiding. Het tweede deel kan gezien worden als een werkboek waarbij enkele hoofdstukken zijn gewijd aan gronding, visualisatie, fantasie, transformatie, psychische grenzen, chakra’s, intuïtief auralezen en genezen.

intuitieve ontwikkeling

De oefeningen in het boek zijn helder uitgelegd en leuk om te doen. Het boek laat op een leuke manier zien dat iedereen intuïtieve vermogens kan versterken mits je maar oefent. Toch miste ik achtergrondinformatie. Ik ben iemand die graag wat theorie krijgt aangereikt bij de praktische oefeningen, en daar schoot dit boek in mijn ogen te kort. Gelukkig kreeg ik tijdens mijn intuïtieve opleiding de aanvullende informatie voorgeschoteld die ik in het boek miste. Hierdoor is het boek een waardevolle aanvulling op een intuïtieve opleiding. Het boek is helder geschreven en leest makkelijk weg. Een aanrader om te lezen als je met een intuïtieve opleiding begint of ermee bezig bent.

Myst

Regressietherapie – wat voor mij?

In een online zoektocht naar informatie over vorige levens kom ik de website tegen van een reïncarnatie regressietherapeut (ik noem haar Wendy) bij mij in de buurt. Ik vind behoorlijk wat informatie op de website waardoor ik van mening ben dat Wendy de juiste persoon voor mij is om me te helpen met de blokkades die ik voel. Lees meer